Meppel

Sneeuwklokjes

Tuinerij van Marjan Sorgdrager, belevenissen in de wintertuin.

Rond de jaarwisseling was ik weer thuis na een lange vakantie. Ik had meegekregen dat het niet al te koud was geweest en was erg benieuwd naar de tuin.

Jaren geleden was mijn eerste gang op nieuwjaarsdag: ‘zoeken naar sneeuwklokjespuntjes’, voorzichtig klopte ik dan op border en gras of ik harde puntjes voelde. Bijna altijd was het raak, maar op de bloei moest ik nog lang wachten. Nieuwjaarsochtend 2020 was een heel ander verhaal. Ik hoefde niet te turen of voorzichtig te kloppen, niet alleen het groen was duidelijk te zien, ook bloeiden verschillende sneeuwklokjes bijna. Wat is het tuinseizoen veranderd de laatste tien jaren!

Winterklaar maken van de tuin doe ik nooit, ik wil graag de natuur haar werk laten doen, blad op de border laten verteren en genieten van de droge bloemvormen en zaaddozen, met het daarbij horende gescharrel van de vogels. Toch ben ik nu aan het experimenteren. Vorig jaar was er nogal wat vraat aan de sneeuwklokjes, die lekker warm onder en tussen het niet verteerde oude blad al vroeg opkwamen. En de gele dovenetel groeide samen met Geranium zwarte weduwe gewoon door. Vorst zorgt normaal voor het afsterven van het blad en volgens mij ook voor het decimeren van het slakkenleger in de tuin.

Vorig jaar ben ik bij mezelf nagegaan wat nu verstandig is, opruimen of niets doen. Tja, sneeuwklokjes houden van een rulle boslaag, die voedt en houdt ze onder de grond. Dat is namelijk een vreemde eigenschap van sneeuwklokjes: ze maken broedbolletjes boven op elkaar en op een gegeven moment kun je de bolletjes zo van de grond oprapen. Dus herfstblad heeft zeker een functie.

Toch maar opruimen, ik heb het er maar druk mee. Ik hark het herfstblad zoveel mogelijk uit de tuin en snijd het blad van de vaste planten af. Dat gaat op een nieuwe composthoop.  De oude hoop is mooi gecomposteerd en dat krui ik over de soms al hoog oprijzende sneeuwklokjes uit. Het is een experiment, nu maar hopen dat ik zo de slakkenvraat voorkom en de sneeuwklokjes voldoende bescherming hebben, mocht het toch nog gaan vriezen.

Ik ben een galanthofiel zeggen ze, (prachtige titel) maar geen echte verzamelaar, ik heb de ooit aangeschafte sneeuwklokjes eens geteld en ik kwam op zo’n veertig verschillende soorten/cultivars. Best veel vind ikzelf, al zijn er inmiddels honderden cultivars. Ik heb het liefst soorten die goed van elkaar te onderscheiden zijn. Eén daarvan is Galanthus ‘Pusey Green Tips’, het eerste bloemetje is al bijna open. Galanthus ‘Jacquenetta’ heeft witte schachten en Galanthus ‘Maximus’ doet leuk mee. Op deze drie diehards na is het vooral wachten op wat komen gaat en dat is (hoop ik) in februari op haar hoogtepunt. 

 p.s. Ik heb nog een vraag: Mijn gekke sneeuwklokje ‘Walrus’ heeft de droge zomers niet overleefd, maar ik heb hem eens aan net zo’n Galanthofiel meegegeven. Heeft hij zich inmiddels vermeerderd? Want eigenlijk mis ik hem wel. 

Tuinpraktijk

Op het moment dat de pollen flink aanwezig zijn, het blad hoog, in bloei of na de bloei spit ik de sneeuwklokjes uit. Zijn ze nog niet in bloei dan zet ik ze leuk in een pot, dichtbij huis. Wil ik ze vermeerderen dan splits ik met de handen voorzichtig de pollen, en deel net zolang totdat ik enkele bolletjes met witgeel/groene schachten heb. Daar maak ik een groepje van tien van en zet ze terug in de aarde. Zeker 10 cm diep. Ik zorg ervoor dat die aarde lekker rul is; doorspitten met compost en op het zand Bentoniet (Kleimineraal) erdoorheen.

Ook als je dit splitsen voor de bloei doet, groeien ze gewoon door, wel voorzichtig zijn met het splitsen van de pollen. Dit voor de bloei doen is beslist goed voor pollen waarvan je de bolletjes boven de grond ziet uitsteken, die moeten nodig verplant worden. Waarom wacht ik niet tot na de bloei? Dat is namelijk de gouden regel voor het verplanten van sneeuwklokjes; tja dan is het maart en vraagt de rest van de tuin heel veel aandacht.

Marjan Sorgdrager,  6 januari 2020

Tuinerij van Marjan (v/h De Tuin vol Woorden) in Koekange.

Marjan Sorgdrager houdt van tuinieren en heeft jarenlang gepubliceerd in kranten en bladen en over haar Tuinerij-perikelen verteld tijdens lezingen en op radio en TV. Inmiddels met verlof blijft de liefde voor alles wat de tuin betreft natuurlijk en deelt ze haar tuinlief en -leed nog steeds graag.

Misschien kan dat zelfs wel samen, daarom zijn mailtjes met jullie eigen tuinperikelen erg welkom. Adres: marjansp@hotmail.com.